Over

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan is een gezegde die ik niet begrijpen kan, en daarmee precies omschrijft wat ik hier doe. Want wat betekent dit nu? Wat doe ik? Ik ben op zoek naar een manier om te zeggen waarom ik schrijf. Naar hoe ik mij passie terugvind. Of hoe de passie mij weer vindt.

Bloed dat kruipt waar het niet gaan kan? Voor mij gaat dit over schrijven. Op Onzetaal.nl lees ik dit:

‘Het bloed kruipt waar het niet gaan kan’ is een uitdrukking die in verschillende betekenissen wordt gebruikt. Vaak betekent het ‘iemand kan proberen zijn ware aard te verbergen, maar uiteindelijk zal toch uit allerlei dingen blijken hoe hij echt is’. (...) Maar er wordt ook weleens mee uitgedrukt dat een oude voorkeur of liefde nooit helemaal weggaat en uiteindelijk (soms na vele jaren) tóch wordt nagejaagd.

Schrijven is, sinds ik het gevonden heb, nooit meer echt weggeweest. Het is altijd mijn passie gebleven, dé manier om mij uit te drukken, me thuis te voelen. Het is voor mij bovendien een kunst, én ambacht tegelijk. Tussenpozen van niet schrijven is een wederkerend verschijnsel. Schrijven om geld, om de wetenschap te bedrijven, mijn liefde te verklaren: dit heeft mij allemaal veel geleerd.

Toch: schrijven is één ding, je schrijfstem vinden is weer een geheel ander. Want wat is dat: je eigen schrijfstijl? Hoe vind je die? Hoe maak je die eigen. Dat was mijn worsteling door al die jaren heen.

Ik herinner me nog goed dat ik ooit, rond 2010, in de auto zat bij iemand vanaf de grens van Duitsland naar huis in Amsterdam. Ik legde hem uit dat ik graag wilde schrijven, maar geen proza kon. Hij zette me af bij het beeld van Multatuli op de Torensluis. Voor mij was dat heel symbolisch, want ik heb geleden.